'Koen, maak je mijn schoen?'
 
'Ja, juffrouw, ik zal 't dadelijk doen!'
 
'Koen, maak je 'm sterk?'
 
'Ja, juffrouw, dat is mijn dagelijksch werk.'
 
 
 
'Koen, is mijn schoen klaar?'
 
'Ja, juffrouw, betaal maar.'
 
'Koen, ik heb geen geld ontvangen.'
 
'Nu, dan blijft uw schoen daar hangen,
 
Want op klanten zonder geld,
 
Daar ben ik niet op gesteld.'
 
'Dag, Koen!'
 
'Dag, juffrouw zonder schoen!'
schoenen